Gebruik van UML voor DCM modellering: verschil tussen versies

Uit Zorginformatiebouwstenen
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Dit topic is met toestemming gekopieerd uit hoofdstuk 5 van [http://www.parelsnoer.org/uploaded/FILES/htmlcontent/CI%20documenten/Richtlijn%20detailed%20clinical%20model%20(DCM).pdf "Richtlijn Detailed Clinical Model"] van het [http://www.parelsnoer.org Parelsnoer Instituut]
Dit topic is met toestemming gekopieerd uit hoofdstuk 5 van [http://www.parelsnoer.org/uploaded/FILES/htmlcontent/CI%20documenten/Richtlijn%20detailed%20clinical%20model%20(DCM).pdf "Richtlijn Detailed Clinical Model"] van het [http://www.parelsnoer.org Parelsnoer Instituut]
1 Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken is beschreven welke informatie opgenomen is in een DCM. We kunnen deze informatie indelen in drie categorieën:
1.    De DCM Beschrijving, met de weergave van de inhoud proza van een DCM in gewone taal. Dit zijn onderdelen zoals “Concept”, “Doel”  en  “Instructie” en de uitwerking daarvan.
2.    Het Informatie Model, waarin de data elementen zijn beschreven die de informatie van een DCM bevatten, inclusief hun onderlinge relaties  en de verbinding met terminologie.
3.    De Metadata van de DCM, waarin zaken vastgelegd kunnen worden als versie, auteurschap, trefwoorden en status van de DCM.
Waar de vorige hoofdstukken ingingen op de inhoudelijke aspecten van deze informatie, laat dit hoofdstuk zien hoe we deze informatie  vastleggen  met behulp van de Unified Modeling Language, oftewel UML. Dit hoofdstuk geeft dus al deze onderdelen een plaats in een UML-modelleertool en  gebruikt standaard UML  onderdelen voor de notatie van de gegevens die bij de onderdelen horen.
De onderdelen van de DCM Beschrijving worden in UML weergegeven in een structuur van UML-packages. De gehele DCM is zelf het "hoofd"  package, met daaronder sub-packages die de verschillende onderdelen representeren. Ook het Informatie Model is een package, dat één of  meer  klassediagrammen bevat. De Metadata vinden een plaats in de vorm van Tagged values op het “hoofd” package. Ook het Informatie  Model  kent  enkele gestructureerde attributen die we als Tagged values aanbrengen op specifieke onderdelen van het klassediagram.
NB: De voorbeelden en beschrijving in dit document gaan uit van het gebruik van Enterprise Architect van Sparx Systems voor het modelleren, maar  legt geen wezenlijke beperkingen op aan het werken in een andere tool.
NB2: De DCM's kunnen worden uitgewisseld tussen tools en repositories met behulp van XMI, een format dat door vrijwel alle UML tools wordt  ondersteund. Binnen de XMI standaard bestaan verschillende varianten dus om uitwisselbaarheid tussen tools van verschillende aanbieders te  bereiken is het belangrijk om in de context van deze methodiek enkel XMI1.1/UML1.3 te gebruiken.

Versie van 26 jun 2012 13:35

Dit topic is met toestemming gekopieerd uit hoofdstuk 5 van "Richtlijn Detailed Clinical Model" van het Parelsnoer Instituut


1 Inleiding

In de voorgaande hoofdstukken is beschreven welke informatie opgenomen is in een DCM. We kunnen deze informatie indelen in drie categorieën:

1. De DCM Beschrijving, met de weergave van de inhoud proza van een DCM in gewone taal. Dit zijn onderdelen zoals “Concept”, “Doel” en “Instructie” en de uitwerking daarvan.

2. Het Informatie Model, waarin de data elementen zijn beschreven die de informatie van een DCM bevatten, inclusief hun onderlinge relaties en de verbinding met terminologie.

3. De Metadata van de DCM, waarin zaken vastgelegd kunnen worden als versie, auteurschap, trefwoorden en status van de DCM.

Waar de vorige hoofdstukken ingingen op de inhoudelijke aspecten van deze informatie, laat dit hoofdstuk zien hoe we deze informatie vastleggen met behulp van de Unified Modeling Language, oftewel UML. Dit hoofdstuk geeft dus al deze onderdelen een plaats in een UML-modelleertool en gebruikt standaard UML onderdelen voor de notatie van de gegevens die bij de onderdelen horen.

De onderdelen van de DCM Beschrijving worden in UML weergegeven in een structuur van UML-packages. De gehele DCM is zelf het "hoofd" package, met daaronder sub-packages die de verschillende onderdelen representeren. Ook het Informatie Model is een package, dat één of meer klassediagrammen bevat. De Metadata vinden een plaats in de vorm van Tagged values op het “hoofd” package. Ook het Informatie Model kent enkele gestructureerde attributen die we als Tagged values aanbrengen op specifieke onderdelen van het klassediagram.

NB: De voorbeelden en beschrijving in dit document gaan uit van het gebruik van Enterprise Architect van Sparx Systems voor het modelleren, maar legt geen wezenlijke beperkingen op aan het werken in een andere tool.

NB2: De DCM's kunnen worden uitgewisseld tussen tools en repositories met behulp van XMI, een format dat door vrijwel alle UML tools wordt ondersteund. Binnen de XMI standaard bestaan verschillende varianten dus om uitwisselbaarheid tussen tools van verschillende aanbieders te bereiken is het belangrijk om in de context van deze methodiek enkel XMI1.1/UML1.3 te gebruiken.